Overbelasting van de wervelkolom
Verandering van levensstijl is zeer verstandig
Regelmatig vragen mensen mij naar de oorzaak van hun rugpijn. Vaak kan ik daar geen antwoord op geven. Rugklachten ontstaan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld botbreuken, nu eenmaal meestal niet ineens, maar ontwikkelen zich in de loop der jaren. Aan sommige patiënten kan ik het antwoord wel gemakkelijk geven. U moet zich voorstellen dat de wervelkolom het grootste deel van het lichaam rechtop moet houden. Net zoals een kapstok een aantal jassen moet dragen. Als u het zo ziet, begrijpt u dat het nogal uitmaakt voor de rug hoe de rest van het lichaam er aan toe is.
Is het lijf licht en is het spierweefsel rondom de wervelkolom fit, dan wordt de wervelkolom zelf niet te zwaar belast. De spieren helpen mee het lichaam rechtop te houden. Maar zijn deze ongetraind en slap en hangen er wel heel veel zware jassen aan de kapstok, dan krijgt de wervelkolom het moeilijk. Overgewicht belast alle gewrichten in het lichaam en zeker ook de vele gewrichten in de wervelkolom. Die moet u namelijk zien als een heleboel wervels die op elkaar zijn gestapeld en die elkaar met kleine gewrichtjes aan de achterkant vasthouden.
Men vindt mij wel eens streng, maar regelmatig adviseer ik patiënten met fors overgewicht (BMI >32) om hun levensstijl te veranderen, voordat ik tot een operatie overga. Dat is vaak even slikken voor de patiënt. Aan de andere kant ben je als dokter soms net die stok achter de deur, waar een patiënt eigenlijk al jaren op zat te wachten.
Een praktijkvoorbeeld
Zo kwam een tijdje geleden een patiënt op mijn spreekuur, die rond de 150 kilo woog. Hij had onverdraaglijke rugpijn en wilde het liefst zo snel mogelijk onder het mes. Ik had hem natuurlijk een week later kunnen opereren, zonder na te denken over zijn kansen op herstel na de ingreep. Maar ik vind dat een goede dokter zich moet bekommeren om de gehele gezondheid van de patiënt. Ik zou mijn werk oppervlakkig doen en er weinig voldoening aan beleven, als ik niet zou proberen mijn patiënten werkelijk beter te maken in plaats van ze uitsluitend te genezen van die ene kwaal.
Ik probeerde de patiënt zo diplomatiek mogelijk uit te leggen dat zijn levensstijl een grote invloed had op de toestand van zijn rug. Gelukkig besefte hij meteen dat ik het goed met hem voor had en hij luisterde geduldig naar de adviezen die ik hem gaf op het gebied van voeding en beweging. Hij volgde deze in de maanden na deze eerste ontmoeting op de poli heel trouw, buitengewoon moedig en standvastig op. Toen ik hem daarna opnieuw zag, zat er een ander mens voor me. Het had veel moeite gekost, maar hij was fit, ongelooflijk trots op zichzelf en tientallen kilo’s lichter. Bovendien had hij, precies zoals ik had gehoopt, nu veel minder rugpijn. Ik hoefde hem zelfs niet eens meer te opereren.
Het is ironisch: soms ben je als chirurg nog het meest tevreden over een operatie die je niet hoeft uit te voeren. Wederzijds respect, goed naar elkaar luisteren, en samen verantwoordelijkheid nemen voor de beste oplossing maakt van het contact tussen arts en patiënt dan een heel bijzondere ervaring.