Wat is een nekhernia?
Een uitstulping van de tussenwervelschijf
Een nekhernia is een uitstulping van een tussenwervelschijf in de nek. Deze uitstulping drukt op een zenuw die naar de arm loopt. Hierdoor kan er uitstralende pijn in de schouder en arm ontstaan. Soms gaat dit gepaard met tintelingen in de hand of de vingers en soms zelfs met krachtsverlies in de arm of hand. In dat geval is er sprake van uitval van de armzenuw. In de meeste gevallen betreft het klachten in of de linker- of de rechterarm.
De halswervelkolom heeft 7 nekwervels. Daartussen bevinden zich de tussenwervelschijven. Deze functioneren als het ware als schokdempers en ze verhogen de elasticiteit van de wervelkolom. Ze maken, samen met de nekspieren, de bewegingen in de nek mogelijk.
In het wervelkanaal bevindt zich het ruggenmerg. Juist in de buurt van de tussenwervelschijf verlaten vanuit het ruggenmerg links en rechts een armzenuw het wervelkanaal. De meest voorkomende nekhernia’s liggen tussen de 6e en de 7e nekwervel, maar ze kunnen ook op andere niveau’s voorkomen.
In dit artikel
Gebruik onderstaand overzicht om direct meer te lezen over een specifieke onderwerp:
Oorzaken van een nekhernia
Slijtage van een tussenwervelschijf
Slijtage of degeneratie van een tussenwervelschijf is een normaal proces dat bij iedereen plaatsvindt, maar bij de één meer dan bij de ander. Er kan echter ook een scheur in de buitenring optreden. Hier doorheen kan de inhoud van de tussenwervelschijf naar buiten worden gedrukt in de richting van het wervelkanaal. Meestal scheurt de ring op de zwakste plek, en dat is precies waar de armzenuw het wervelkanaal verlaat.
Onbekende oorzaak
Iedereen kan een hernia krijgen, en waarom dit bij de een wel en bij de ander niet gebeurt is niet bekend. Wel zie je hernia's iets vaker in bepaalde families optreden. Ook weten we dat roken ook een slechte invloed heeft op de kwaliteit van de tussenwervelschijf en wervels.
Klachten van een nekhernia
Pijn die uitstraalt in de arm
De functie van de zenuw is tweeledig: de zenuw stuurt de spieren aan, maar ook een huidgebied. Iedere zenuw heeft daardoor zijn "eigen" spier en huidgebied. De klachten kunnen bestaan uit krachtverlies van een of meer spieren, of een prikkelend dan wel doof gevoel. Omdat bij hoesten, niezen de druk in het wervelkanaal wordt verhoogd, dus ook op de armzenuw, kan de uitstralende armpijn even toenemen.
Als er sprake is van een grote, meer in het midden gelegen hernia (eventueel bij een al nauw wervelkanaal), kan het zijn dat er vooral druk wordt uitgeoefend op het ruggenmerg. Dit kan dan, naast de al bestaande arm- en nekpijn, ook gepaard gaan met krachtverlies en gevoelsstoornissen aan de benen. Dit kan zich dan uiten in een veranderd looppatroon.
Diagnose van een nekhernia
Neurologisch onderzoek
Allereerst zal de neuroloog uw klachten aanhoren. Daarna volgt een gedegen neurologisch onderzoek. Om aan te tonen dat de pijn in de arm inderdaad veroorzaakt wordt door het uitstulpen van de tussenwervelschijf moet verder onderzoek gebeuren.
Soms zijn er al röntgenfoto's van de nek gemaakt, die bij uitstek de botstructuur, de wervels, laten zien. Hierdoor krijgt men een indruk van de vorm van de nekwervels en de stand van de nekwervels ten opzichte van elkaar. Een MRI van de nek is het onderzoek bij voorkeur om de ‘weke delen’ van de nek, dus de tussenwervelschijf, spieren en bloedvaten, af te beelden.
Aanvullend onderzoek
Soms kan een CT scan van de nek worden verricht. Dit geeft nog meer informatie over de botstructuur, meer dan een gewone Röntgenfoto. Dit aanvullend onderzoek wordt soms verricht om nog nauwkeuriger de omvang van de zenuwkanaaltjes te tonen in geval van een verdenking op een benige kanaalvernauwing van een van de armzenuwen. Vaak komt een nekhernia voor in combinatie met een vernauwing van het kanaal van de armzenuw.
Operatie van een nekhernia
Niet elke hernia hoeft geopereerd te worden
Afhankelijk van de ernst van de klachten en de bevindingen bij het neurologisch onderzoek bespreekt de neuroloog met u de verschillende behandelopties. Want niet elke hernia hoeft geopereerd te worden. Met rust en wachten gaan 70 tot 80% van alle hernia's vanzelf weer over.
Men moet dus niet te vroeg besluiten tot een operatie. Aan de andere kant is het zo, dat bij te lang wachten het herstel na een ingreep vertraagd kan zijn. In het algemeen houdt men aan niet eerder dan na 6 weken te opereren (tenzij er een spoedindicatie bestaat), maar wel binnen 6 maanden als de klachten dan nog bestaan.
Indicatie van een operatie
Er zijn twee indicaties:
- Absoluut: Wanneer uitval bestaat van de zenuw die zo ernstig is dat bijvoorbeeld verlammingsverschijnselen optreden. Ook is druk op het ruggenmerg meestal een aanleiding om een operatie te adviseren.
- Relatief: Wanneer de armpijn zo heftig is dat patiënt niet goed meer kan functioneren. Het subjectieve klachtenpatroon speelt hier dus een doorslaggevende rol, zodat de patiënt eigenlijk zelf moet beslissen of een operatie al dan niet moet plaatsvinden.
Operatie vanuit de voorzijde
Meestal wordt een nekhernia geopereerd vanuit de voorzijde. Aan de rechterzijde van de hals wordt een sneetje gemaakt, van waaruit de voorkant van de wervelkolom gemakkelijk kan worden bereikt. Hierbij worden de luchtpijp en de slokdarm een beetje opzij geschoven. Het maakt niet uit in welke arm de klachten zitten, omdat vanuit deze toegang beide kanten van de tussenwervelschijf bereikt kunnen worden. Na het verwijderen van de tussenwervelschijf en het vrij leggen van de uittredende zenuwen kan de tussenwervelruimte, die nu leeg is, worden opgevuld.
Dit kan op meerdere manieren en verschillende materialen. Ik vul de ruimte op met een Titanium blokje (cage). Hierdoor blijven de aangrenzende wervels op hoogte en blijven de zenuwkanaaltjes aan de zijkant mooi open. De twee wervels, tezamen met de cage zullen na ongeveer een jaar een geheel worden en heeft er een doorgroei plaatsgevonden door de cage. Er hoeft, na het plaatsen van de cage niet per se nog een extra plaatje over worden aangebracht. De cage zit klemvast en zal zich niet meer verplaatsen. Met het Titanium blokje in de nek kunt u gewoon door de scanner op de luchthaven zonder dat het alarm af gaat.
Een operatie; hoe gaat dat?
Klik op de onderstaande knop voor meer algemene informatie over een operatie bij dr. Schröder.
Risico's van een operatie van een nekhernia
Geen operatie zonder risico's
Zoals bij iedere operatie zijn er ook bij de nekhernia-operatie zekere risico's. De kans van optreden hiervan is echter zeer gering, het betreft immers een operatie die bij ons vele malen per jaar wordt uitgevoerd.
Beschadiging van een stemband zenuw met (al dan niet voorbijgaande) heesheid is een zeldzame complicatie. Ook een infectie of een (na-)bloeding kan voorkomen, maar ook deze complicaties zijn erg zeldzaam. Daarnaast kan er een klein lekje ontstaan van het vocht dat in het wervelkanaal zit, het zogenaamde liquorlek. Dit is volstrekt ongevaarlijk, maar het moet tijdens de ingreep wel dichtgemaakt worden, anders blijft het lekken. Het geneest altijd en patiënten merken er eigenlijk niks van. Ook deze complicatie komt bijna nooit voor.
Aangezien de armzenuw in het wervelkanaal letterlijk wordt ontkneld tijdens een operatie, bestaat de kans dat de operateur de zenuw extra beschadigt. Die kans is zeer klein. Daardoor kan de armzenuw na de operatie meer klachten geven dan ervoor. Vaak trekken die extra klachten wel weg na verloop van tijd, maar heel soms blijft er toch wat restschade. Dit is helaas nooit helemaal te voorkomen.
Wel beschreven, maar nog veel zeldzamer is de beschadiging van de slokdarm. Dit is wel een ernstige complicatie, dat dan een directe vervolgbehandeling behoeft. Aangezien vlak naast de nekhernia het ruggenmerg ligt, bestaat er een kans dat dit ruggenmerg tijdens de ingreep ook kan worden beschadigd. De kans hierop is te verwaarlozen.
Opnieuw optreden van de hernia
In het algemeen is 80 tot 90% van de patiënten na een nekhernia-operatie met het resultaat tevreden. Een recidief hernia is het opnieuw optreden van een hernia op dezelfde plaats en aan dezelfde kant. Bij een nekhernia wordt dit nooit gezien, aangezien tijdens deze ingreep de hele tussenwervelschijf wordt verwijderd.
Wel kan een hernia op een ander niveau optreden. Men beweert dat de aangrenzende niveaus een wat hogere belasting te verduren zouden krijgen, wat het ontstaan van een aangrenzend probleem bevordert. In de praktijk komt het echter zelden voor.
Veel gebruikelijker is de combinatie van een nek- en rughernia. Het gaat immers om hetzelfde slijtageproces. Na de operatie is de uitstralende armpijn vaak duidelijk minder of zelfs verdwenen. Daarentegen merken patiënten na de operatie nog wel tintelingen of een doof gevoel in arm of hand. Dat trekt vaak bij in het jaar na de operatie, maar niet altijd even goed. Ook de nekpijn kan na de ingreep nog blijven bestaan of tijdelijk zelfs erger worden. Er is immers in de wervelkolom geopereerd, terwijl de wond in de hals nog ‘vers’ is.
Na de operatie van een nekhernia
Na de operatie gaat de patiënt naar de uitslaapkamer. Gebruikelijk zijn er wat slik klachten en eventueel wat heesheid, hetgeen in enkele dagen weer verdwijnt. De volgende dag mag hij of zij alweer opstaan, en in veel gevallen naar huis. Een specifieke nabehandeling is er niet, een halskraag wordt niet voorgeschreven. Het is voldoende het twee of drie weken kalm aan te doen, waarna de oude activiteiten stapsgewijs weer mogen worden hervat, altijd volgens de drie gouden leefregels (lees hierover meer in mijn blog: 'The morning after'). Fysiotherapie wordt gedurende 3 maanden na de ingreep afgeraden, tenzij er sprake is van bewegingsangst of een hele slechte conditie.
Telkens is het advies: ‘Je mag alles wat je kunt, luister naar je lichaam en gas terugnemen als het niet gaat’