Wat is kanaalvernauwing in de nek?
Anatomie van de wervelkolom
De wervelkolom bevindt zich op een centrale plaats in het bewegingsapparaat. Het bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels en het heiligbeen. Tussen twee wervellichamen ligt telkens een tussenwervelschijf, en deze 23 schijven verhogen de elasticiteit en de bewegingsmogelijkheden van de wervelkolom en ze fungeren ook als schokdemper.
Het wervelkanaal
In het midden van de wervelkolom ligt het wervelkanaal. Aan de achterkant van het kanaal zit de wervelboog met het doornuitsteeksel. Hoewel een vernauwing in het wervelkanaal op ieder niveau kan voorkomen, is dit toch meestal in de nek en in de onderrug het geval.
Binnenin het kanaal bevindt zich, op dit niveau, het ruggenmerg en de zenuwen die daar uittreden. Het ruggenmerg wordt omgeven door hersenvliezen, de zogenaamde dura, waarin het hersenvocht (liquor) zit. Ter hoogte van elke wervel ontspringt links en rechts uit het ruggenmerg een zenuw die het wervelkanaal verlaten door kleine kanaaltjes.
In dit artikel
Gebruik onderstaand overzicht om direct meer te lezen over een specifieke onderwerp:
- Introductie over een kanaalvernauwing in de nek
- Oorzaken van een kanaalvernauwing in de nek
- Klachten van een kanaalvernauwing in de nek
- Diagnose van een kanaalvernauwing in de nek
- Operatie van een kanaalvernauwing in de nek
- Risico's van een kanaalvernauwing in de nek
- Na de operatie van een kanaalvernauwing in de nek
Oorzaken van een kanaalvernauwing in de nek
Slijtage of degeneratie van de wervelkolom
Slijtage is een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt, al is de mate waarin het optreedt, individueel anders. Deze slijtage, ook wel artrose genoemd, is bekend van allerlei gewrichten zoals de heup of de knie. Als reactie op artrose gaat het wervelbot woekeren, het wordt dikker, vooral bij de wervelgewrichten waar dikke richels ontstaan. Dit kan zich afspelen op elk niveau in de nek, maar meestal op meerdere niveau’s tegelijk. Uiteraard vernauwen deze richels of botwoekeringen het wervelkanaal en neemt de druk op het ruggenmerg langzaam toe. Soms draagt een uitpuilen van de tussenwervelschijf nog wat aan de beknelling bij.
Ook kan de degeneratie de openingen vernauwen waar de zenuwen uit het wervelkanaal treden. Omdat deze openingen bij de halswervelkolom niet zo wijd zijn ontstaat al spoedig een beknelling van de zenuwen die naar de arm lopen. Bovendien zijn ook de bindweefsel bandjes (ligamenten) wat verdikt, waardoor er binnen het vernauwde wervelkanaal nog minder ruimte overblijft voor het ruggenmerg en de zenuwen. Maar hoeveel ruimte er uiteindelijk overblijft, wordt verder bepaald door de mate van slijtage en door de wijdte van het kanaal, die beide per persoon verschillend kunnen zijn.
Klachten van een kanaalvernauwing in de nek
De klachten en verschijnselen zijn het gevolg van de beknelling van het ruggenmerg, en van de zenuwen. Men kan zich voorstellen dat de druk op het ruggenmerg klachten en symptomen veroorzaakt. In het ruggenmerg lopen zenuwbanen, die de opdrachten van de grote hersenen doorgeven aan de zenuwcellen in het ruggenmerg van waaruit de zenuwen ontstaan die de spieren besturen. Ook bevat het ruggenmerg de lange gevoelsbanen, die de in het ruggenmerg binnengekomen gevoelsprikkels naar de hersenen doorgeven.
Bewegings- en gevoelsstoornissen
Bij beknelling van het ruggenmerg kunnen dus bewegings- en gevoelsstoornissen optreden, die zich hierin uiten dat de patiënten de bewegingen van hun benen niet meer onder controle hebben en slingerend gaan lopen. Enerzijds komt dit doordat ze minder kracht in hun benen hebben, (dit noemt men een krachtvermindering of parese van de beenspieren); anderzijds komt het ook omdat ze de stand en de bewegingen van hun benen minder goed voelen.
Behalve een verminderd positiegevoel is er ook een afgenomen gevoel voor aanraking. Door het verminderde gevoel in de voeten kan het lijken of ze op kousenvoeten lopen, terwijl ze geen kousen aan hebben. Bovendien is de krachtvermindering (parese) van spastische aard, dat wil zeggen dat de benen ondanks de verminderde kracht niet verslapt zijn, maar juist stijver dan normaal zijn, waardoor het lijkt alsof ze aan de grond kleven
Incontinentie voor urine
Naast een stoornis van de motoriek en van het gevoel in de benen kan er ook incontinentie voor urine bestaan, dat wil zeggen dat de patiënten hun urineblaas niet onder controle hebben en op ongelegen momenten urine kunnen verliezen.
Gevoel van elektrische stroom door de rug
Een ander verschijnsel dat soms voorkomt, is een gevoel alsof er elektrische stroom door de rug gaat bij vooroverbuigen van de nek. Het kunnen allemaal tekenen zijn van beknelling van het ruggenmerg. Als de beknelling van het ruggenmerg niet wordt opgeheven, kan het uitlopen op een totale onderbreking van het ruggenmerg, een zogenaamde dwarslaesie, dat gekenmerkt wordt door een algehele verlamming en gevoelloosheid van het lichaamsgedeelte onder het niveau van de beschadiging. Zover komt het meestal niet.
Verschillen met nekhernia
De verschijnselen van de cervicale kanaalvernauwing lijken dus erg op die van de nekhernia. Dit is niet helemaal verwonderlijk, omdat beide aandoeningen een beknelling van het ruggenmerg en de uittredende zenuwen kunnen veroorzaken. Het accent ligt bij de vernauwing meer op de beknelling van het ruggenmerg en bij de nekhernia meer op die van de uittredende armzenuwen. Een verschil is ook dat bij de kanaalvernauwing de klachten meestal geleidelijker optreden, terwijl bij de nekhernia de klachten plotseling kunnen ontstaan.
Bovengenoemde klachten en symptomen lijken op andere ruggenmerg aandoeningen, zoals bijv. multipele sclerose. Daarom is neurologisch onderzoek door een neuroloog en beeldvormende diagnostiek nodig om tot de juiste diagnose te komen om de juiste behandeling te geven.
Diagnose van een kanaalvernauwing in de nek
Zijdelingse röntgenfoto
Naast het klachtenverhaal van de patiënt en een gedegen neurologisch onderzoek door de neuroloog wordt vervolgens beeldvorming verricht. Met een zijdelingse röntgenfoto van de halswervelkolom kan de vernauwing van het wervelkanaal worden vastgesteld, als ook de aanwezigheid van de botrichels die de oorzaak kunnen zijn van de vernauwing.
MRI van de onderste wervelkolom
Een MRI van het bovenste deel van de wervelkolom is het onderzoek van eerste keus en toont meestal gedetailleerd de afwijking aan. Met een MRI kan de verhouding van het wervelkanaal tot het ruggenmerg heel goed in beeld worden gebracht. Normaal is aan de voor- en achterkant van het ruggenmerg een laagje hersenvocht te zien, dat als een soort ‘slotgracht’ rond het ruggenmerg ligt. Dit betekent dat er om het ruggenmerg voldoende ruimte is.
Bij een ernstige vernauwing ziet men dat de botrichels aan de voorkant tot aan het ruggenmerg reiken en deze zelfs kunnen indeuken. Dan is ook het beschermende vloeistoflaagje niet meer zichtbaar. Op de MRI kan men soms zien of het ruggenmerg door de beknelling is beschadigd (myelopathie). Dan is er een wit vlekje zichtbaar in het ruggenmerg.
Operatie van een kanaalvernauwing in de nek
Slijtage van de wervelkolom op zich is geen reden tot een operatie, omdat veel ouderen tekenen van slijtage aan de wervelkolom in de nek vertonen, terwijl de meesten van hen geen klachten of verschijnselen van ruggemerg beknelling hebben.
Ook wordt de aanwezigheid van klachten niet beschouwd als een reden tot ingrijpen, zolang het ziektebeeld stabiel blijft. Nemen de verschijnselen echter toe, of zijn er volgens de scans naast duidelijke beknelling ook symptomen van ruggemerg beknelling, of is er een episode van acute verergering, dan is neurochirurgisch ingrijpen geboden, om een verslechtering in de toekomst te voorkomen.
Operatieve behandeling
In principe bestaat de operatie uit het creëren van meer ruimte voor het ruggenmerg. Om de vernauwing op te heffen vindt een operatie vanuit de nek plaats (z.g. benige decompressie). Hierbij wordt een incisie gemaakt in het midden van de nek, precies boven het niveau van de vernauwing. Tussen de nekspieren door worden de wervelbogen in het midden geopend en wordt overtollig bindweefsel en botweefsel verwijderd. Zodoende kan het ruggenmerg worden ontkneld, alsook de uittredende zenuwen.
Uit de resultaten is gebleken dat men zich tevreden mag stellen met het stoppen van de verergering van de klachten. Na de operatie verbetert een meerderheid van de patiënten, terwijl ondanks de operatie bij sommigen geen verbetering optreedt, of dat de klachten zelfs verslechteren. In de gevallen die niet verbeteren na de operatie is waarschijnlijk de bloedvoorziening van het ruggenmerg zo verstoord geweest dat de operatie geen effect meer heeft.
Een operatie; hoe gaat dat?
Klik op de onderstaande knop voor meer algemene informatie over een operatie bij dr. Schröder.
Risico's van een operatie van een kanaalvernauwing in de nek
Geen operatie zonder risico's
Zoals bij iedere operatie, zijn er ook aan de operatie voor een wervelkanaal vernauwing in de nek risico's verbonden. De kans dat die optreden is echter zeer gering. Deze aandoening komt regelmatig voor en de operatie behoort tot de "routineoperaties". Een infectie van de operatiewond komt een enkele keer voor, en ook een nabloeding in het operatiegebied kan voorkomen. Deze zijn echter zeldzaam. Nog veel zeldzamer, maar wel ernstig, is een beschadiging van het ruggenmerg, met ernstige verlammingsverschijnselen.
Na de operatie
Herstellen na de operatie van een kanaalvernauwing in de nek
Na de operatie verbeteren de klachten lang niet altijd. In heel veel gevallen is een tot stilstand brengen van verdere achteruitgang het hoogst haalbare resultaat. Kennelijk is de schade aan het ruggenmerg niet meer te herstellen. Patient kan in de thuissituatie zo normaal bewegen als mogelijk. Telkens gelden de drie gouden leefregels uit (lees hierover meer in mijn blog: 'The morning after').
Tips van de fysiotherapeut
Fysiotherapie wordt gedurende 3 maanden na de operatie afgeraden omdat de nekspieren door de operatie licht geblesseerd zijn en gedurende 3 tot 6 maanden niet op normale trekkracht zijn. Met andere woorden: de nekspier is gedurende een periode niet op normale trekkracht. Wel kan de fysiotherapeut in overleg met de chirurg patient na de operatie begeleiden als er forse bewegingsangst bestaat, of als de conditie slecht is. Direct intensief trainen van de nek spieren is dus niet goed en werkt meestal averechts.
De eerste paar dagen na de operatie kan er sprake zijn van een pijnlijke wond achter in de nek of tijdelijke pijn tussen de schouderbladen. De patiënten zijn meestal de dag na de operatie al weer mobiel en kunnen dan naar huis. Revalidatie is alleen nodig in die gevallen dat er nog ernstige loopstoornissen bestaan.
Terug voor controle
Controle vindt 2 weken na operatie eerst telefonisch plaats, waarbij het resultaat van de operatie op dat moment besproken wordt. Meestal krijgt de patiënt dan te horen dat hij wel weer meer zijn gang kan gaan en de belasting mag opvoeren. Als de patient al een duidelijke verbetering voelt dan kan verder worden afgewacht en hoeft patient niet per sé fysiek langs te komen. De patient is overigens altijd vrij om toch langs te komen indien hij of zij dat wenst.
Weer bewegen en werkhervatting
Het advies is om de eerste drie weken niet te werken. De verse wond moet eerst genezen. Na drie weken mag patient zijn werk hervatten, maar dan wel met het in acht nemen van de drie gouden regels. De snelheid van herstel na de operatie verschilt per patiënt. Werkhervatting hangt natuurlijk ook samen met het type werkzaamheden. Altijd geldt: luisteren naar je lichaam en gas terug nemen als het niet gaat.