Nederlandse websiteEnglish website

Ontwikkelingen in de medische wereld

Geneeskunde of Geneeskunst?

Als kind vervloekte ik mijn vader wel eens. Hij was neuroloog en psychiater. Geen Maxi-Cosi-snowboard-ik-ben-net-zo-hip-als-mijn-kinderen vader, maar één die altijd druk was met zijn werk en de opvoeding grotendeels overliet aan 'ons moeder’, zoals we in Brabant zeiden. Voetballen deed ik alleen met mijn broers. Jongens willen door hun vader worden gezien en gewaardeerd. Maar nu ik zelf al jaren specialist ben, begrijp ik pas echt wat een goede dokter mijn vader moet zijn geweest. Nu voel ik diep respect voor de toewijding die hij aan de dag legde voor die grote rivaal van ons gezin: de geneeskunst.

Wij woonden in Veghel, waar mijn vader soms weekenden achter elkaar dienst had voor 3 ziekenhuizen. Nachtenlang reed hij van hospitaal naar hospitaal om dronken jongelui, die mét brommer, maar zonder helm tegen een boom waren aan geknald, weer op te lappen. Op zondag trok hij zijn kinderen na afloop van de mis nog even mee het ziekenhuis in, omdat hij zijn patiënten iedere dag wilde zien. Hij kende ze door en door en schreef geen Prozac voor als iemand alleen achterbleef na een scheiding of overlijden. Dan luisterde hij met aandacht en hield zo iemand gedurende een paar maanden extra in de gaten.

Op een dag zat een boer bij hem in de spreekkamer. Doodsbang en met een vertrokken gezicht. Boeren laten hun erf nooit in de steek, tenzij ze werkelijk vergaan van de pijn. Mijn vader begon niet meteen over de kwaal. Hij vroeg eerst rustig hoeveel koeien de boer had. 'Wel 35!' antwoordde de boer trots. Mijn vader schatte met gesloten ogen hoeveel hectaren grond hij dan moest bezitten. Het antwoord was net verkeerd, en dat was precies de bedoeling. De boer corrigeerde mijn vader snel en triomfantelijk. Mijn vader had de ongelijke machtsverhouding doorbroken. Nu de boer zijn zelfvertrouwen had hervonden was hij klaar voor het medisch onderzoek.

Een tijdje na het overlijden van mijn vader hoorde ik van een voormalige verpleegster, die met hem had samengewerkt, dat hij voor die tijd ongekend vooruitstrevende muziektherapieën heeft toegepast bij psychiatrische patiënten. Daar had hij nooit met ons over gesproken.

De professionele bezieling waarmee mijn vader en zijn generatiegenoten hun vak uitoefenden, had bijna iets religieus. Die bezieling had eeuwenoude wortels. In de oude eed van Hippocrates, de grondlegger van de westerse geneeskunde, werden goden aangeroepen en beloofden artsen hun privéleven op te offeren voor de geneeskunst. Hippocrates had groot respect voor de patiënt, vond het bieden van troost een medische plicht en stelde vooral dat een arts de patiënt nooit mag schaden.

Aan het begin van de 21e eeuw lijkt die degelijke doktersmoraal soms te worden overschaduwd door allerlei nieuwe ontwikkelingen. Onze technische mogelijkheden zijn enorm uitgebreid. Zo opereer ik zelf minimaal invasief (door kleine buisjes waardoor ik kleinere wonden maak) en gebruik een navigatie robot die helpt om nauwkeuriger te werken. Er hebben ook ingrijpende wetenschappelijke revoluties plaatsgevonden. De ontdekking van het genoom bijvoorbeeld, zeg maar de anatomie van onze erfelijke informatie. Grote doorbraken op het gebied van het hersenonderzoek. En de subtiele verschuiving naar het zogenaamde enhancement, het verbeteren van een gezond lichaam naast het genezen van ziekten. Fascinerend allemaal, maar soms lijken die nieuwe technologieën de mens te willen terugbrengen tot een mechanisch systeem. Alsof wij auto’s zijn, waarvan je de onderdelen naar hartelust kunt vervangen of pimpen. Daarnaast zijn er nu dankzij de emancipatie veel meer vrouwelijke dokters en willen de mannelijke artsen meer tijd besteden aan hun privé leven.

Er is ook een zwaardere administratieve druk van overheid en verzekeraars aan artsen opgelegd. En patiënten zijn mondiger geworden. Ze halen volop informatie van het internet en stappen met klachten eerder naar een advocaat.

Ondanks en misschien wel juist vanwege al die duizelingwekkende veranderingen, moeten dokters van nu goed in de gaten houden dat het niet kil wordt in de spreekkamer. Overal lijkt tegenwoordig een pil voor. Toch verlangen veel patiënten naar dokters die oprechte belangstelling tonen voor hun lot en het menselijk contact daarbij niet schuwen.

In de nieuwe opleidingen wordt goede communicatie meegenomen als leerstof. Maar communiceren mag nooit een kunstje zijn. Het moet voortkomen uit gemeend inlevingsvermogen. Daarom gebruikte Hippocrates het woord geneeskunst. Dat omvat meer dan alleen technisch hoogstaande geneeskunde. Het vinden van de juiste balans tussen al deze elementen is misschien wel de belangrijkste uitdaging voor medici in 21e eeuw.

Ik zou er alles voor over hebben om over deze zaken één keer een lang gesprek te kunnen voeren met mijn vader. Ik zou genieten van zijn eindeloze anekdotes en leren van de fouten die hij heeft gemaakt en de inzichten die hij heeft verworven. Misschien dat ik na mijn derde glas cognac de moed zou hebben om op te biechten wat ik niet kon toen hij nog leefde. Dat hij weliswaar niet precies de vader was, die ik als kind altijd had gewenst. Maar dat ik hem diep bewonder omdat hij een echt goede dokter was. En dat die bewondering soms verdacht veel op liefde lijkt. Vurig hopend dat hij die woorden na zijn vierde glas zou zijn vergeten. Want mannen van zijn generatie en sentiment, dat ging niet samen. Nu probeer ik zonder zijn steun een goede dokter in de 21e eeuw te zijn. Betekenisvol voor de patiënten en voor een eigenwijs meisje van 10 jaar, dat nu al verdacht veel belangstelling heeft voor de medische wereld.

De operatiegids

In de operatiegids leest u alles over wat u zelf thuis kan doen wat betreft voorbereiding op de operatie en u leest adviezen wat u kunt doen in de periode na de operatie, als u weer thuis bent.

Het is zeer aan te bevelen om zo goed mogelijk deze adviezen op te volgen. Hierdoor vergroot u de kans dat het uiteindelijke resultaat van de operatie het grootst is. Met andere woorden: u hebt zelf een duidelijke invloed op de uitkomst van de behandeling!

Bekijk de operatiegids

  • Hoe bereid ik me voor op een operatie?

    Voor de operatie zelf hoeft u zich in principe niet veel voor te bereiden. Het is wel belangrijk dat u van te voren nadenkt over de tijd na de operatie. Na de operatie zult u een tijdje niet mogen werken. Breng uw werkgever hiervan op de hoogte. Het is ook verstandig om na de operatie wat hulp te organiseren, want u zult kortdurend wat wondpijn hebben, want u bent net geopereerd. U mag ook niet een tijdje autorijden. Organiseer van te voren hulp voor uw huishouden en de zorg voor uzelf en eventueel uw kinderen.

  • Waar moet u de dag voor de operatie aan denken?

    Houd een nuchtere maag

    De avond voor de operatie mag u tot 12 uur s' nachts eten en drinken, daarna niet meer. Alleen in de ochtend een klein slokje water.

    Vermijd verzorgingsproducten

    Wij vragen u vriendelijk om de rug of nek niet in te smeren met verzorgingsproducten, omdat de huid hierdoor moeilijk te desinfecteren is.

  • Waar moet u op de dag van de operatie aan denken?

    Zorg dat u op tijd bent

    Op de dag van de operatie meldt u zich bij de hoofdingang van de kliniek. Daar wijst de gastvrouw u de weg, alwaar u wordt opgevangen door het verplegend personeel. Zorg dat u goed op tijd bent op het afgesproken tijdstip voor de ontvangst.

  • Verdoving tijdens de operatie

    PTED operatie

    U krijgt van de anesthesist vlak voor de ingreep alleen een licht slaapmiddel toegediend via een infuus. Zodoende merkt u niet veel van de operatie, maar bent u wel wekbaar. U krijgt geen volledige narcose. De huid in de zij wordt met een kleine lokale verdoving verdoofd, precies op de plek waar de endoscoop naar binnen gaat. Ook de dikke rugspier die daaronder ligt wordt verdoofd. U voelt wel dat de chirurg bezig is tijdens de operatie, maar u ervaart nauwelijks of geen pijn. Na de ingreep bent u ook meteen wakker.

    Overige operaties

    Alle andere (niet-PTED) patiënten krijgen voor de operatie een volledige verdoving (narcose) toegediend. In verband met de houding op de operatietafel is een verdoving met een ruggenprik niet wenselijk. De anesthesist dient de medicijnen toe die voor de verdoving zorgen (lees hierover mee in blog 12: 'Onder zeil.

  • Waar gaat u na de operatie naar toe?

    U wordt naar de uitslaapkamer gebracht

    Aan het einde van de operatie stopt de anesthesist met het toedienen van de medicijnen die u in slaap houden. U komt dan weer vanzelf bij kennis. Dan wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Dat is een aparte ruimte vlak bij de operatiekamer. Daar ziet een gespecialiseerde verpleegkundige erop toe dat u rustig van de operatie bij komt. Ook hier bent u aangesloten op de bewakingsapparatuur.

    Kamer op de verpleegafdeling

    Als u helemaal wakker bent wordt u teruggebracht naar uw kamer op de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling zal de fysiotherapeut langskomen om u uit te leggen hoe u gaat mobiliseren.

100% verzekerde zorg

Alle behandelingen, die dr. Schröder bij u verricht, worden vergoed door uw verzekering. Dat geldt voor de diagnosen: nekhernia, rughernia (incl. PTED) en wervelkanaal vernauwing in de rug en nek (kanaalstenose).

Lees meer

Dr. Schröder aan het woord

Dr. Schröder plaatst regelmatig nieuwe artikelen op zijn blog. Klik op de onderstaande link en lees alle blogs omtrent nek- en rugaandoeningen, neurochirurgie en andere wetenswaardigheden.

Bekijk alle blogs

  • 18. Bergman bedankt!

  • 17. Nieuwe operatietechniek voor rughernia’s goedgekeurd!

  • 16. You can't always get what you want

  • 15. Aan de grote klok

Bel voor een consult naar 010 4361537